NAAM EN ZETEL

ARTIKEL 1 1. De stichting draagt de naam: Stichting Groen en Geluk. 2. De stichting heeft haar zetel te gemeente Leidschendam-Voorburg.

DOEL

ARTIKEL 2 1. De stichting heeft ten doel: a. het inrichten en behouden van een stuk grond aan de dr. Van Noortstraat 53a te Stompwijk, met als pijlers het verbinden van mens, dier en natuur; b. het verrichten van alle verdere handelingen, die met het vorenstaande in de ruimste zin verband houden of daartoe bevorderlijk kunnen zijn. 2. De stichting beoogt het algemeen belang te dienen. 3. De stichting beoogt niet het maken van winst.

VERMOGEN

ARTIKEL 3 1. Het vermogen van de stichting zal worden gevormd door: a. vergoedingen voor door de stichting georganiseerde activiteiten en verrichte diensten; b. subsidies en donaties; c. schenkingen, erfstellingen en legaten; d. opbrengst van belegde middelen; 2 e. alle andere inkomsten en baten. 2. Erfstellingen kunnen slechts onder het voorrecht van boedelbeschrijving worden aanvaard. 3. Het vermogen van de stichting mag niet groter zijn dan redelijkerwijs tot verwezenlijking van het doel van de stichting nodig is.

BESTUUR

ARTIKEL 4 1. Het bestuur van de stichting bestaat uit ten minste drie (3) leden en wordt voor de eerste maal bij deze akte benoemd. Het aantal leden wordt – met inachtneming van het in vorige zin bepaalde – door het bestuur vastgesteld. 2. Het bestuur (met uitzondering van het eerste bestuur, waarvan de leden in functie worden benoemd) kiest uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester. Een of meer van deze functies kunnen door één persoon worden vervuld. 3. De bestuursleden worden benoemd, ontslagen en geschorst door het bestuur – met inachtneming van het volgende: a. tussen de bestuursleden mogen geen nauwe familie- of vergelijkbare relaties bestaan, waaronder begrepen – maar niet beperkt tot – huwelijk, geregistreerd partnerschap, ongehuwd samenwonen en bloed- of aanverwantschap tot en met de vierde graad; b. met het bestuurslidmaatschap is onverenigbaar de hoedanigheid van bestuurder, oprichter, aandeelhouder, toezichthouder of werknemer van: I. een entiteit waaraan de stichting de door haar ingezamelde gelden middellijk of onmiddellijk, geheel of gedeeltelijk afstaat; II. een entiteit waarmee de stichting op structurele wijze op geld waardeerbare rechtshandelingen verricht. Met een entiteit zoals in de vorige volzin bedoeld wordt gelijkgesteld een rechtspersoon of entiteit die statutair – direct of indirect – met de stichting is verbonden. 4. Bestuursleden worden benoemd voor onbepaalde tijd. 5. Indien het bestuur niet voltallig is, behoudt het niettemin zijn bevoegdheden, onverminderd de verplichting van het bestuur om in de vacature te doen voorzien. 6. De bestuursleden ontvangen geen beloning voor hun werkzaamheden. Zij hebben wel recht op vergoeding van de door hen in de uitoefening van hun functie gemaakte kosten en vacatiegelden. Alle aan de bestuursleden betaalde vergoedingen worden als zodanig in de jaarrekening opgenomen en toegelicht. 7. In geval van ontstentenis of belet van een bestuurslid blijven de overige bestuurders met het bestuur belast en behoudt het bestuur zijn bevoegdheden, onverminderd de verplichting van het bestuur om in de vacature te doen voorzien. Bij ontstentenis of belet van alle bestuurders, berust het bestuur van de stichting tijdelijk bij een door de heer Martinus Theodorus Paulus van der Meer, geboren op twee en twintig oktober negentienhonderdacht en zeventig te Leidschendam, daartoe aangewezen persoon.

 TAKEN EN BEVOEGDHEID 

ARTIKEL 5 1. Het bestuur is belast met het besturen van de stichting. 2. Het bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen. 3. Het bestuur is niet bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten, waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt.

VERGADERINGEN

ARTIKEL 6 1. De bestuursvergaderingen worden gehouden in Nederland op de plaats als bij de oproeping is bepaald. 2. Het bestuur vergadert ten minste één keer per jaar. 3. Vergaderingen zullen voorts telkenmale worden gehouden, wanneer de voorzitter dit wenselijk acht of indien één der andere bestuursleden daartoe schriftelijk en onder nauwkeurige opgave der te behandelen punten aan de voorzitter het verzoek richt. Indien de voorzitter aan een dergelijk verzoek geen gevolg geeft in dier voege, dat de vergadering kan worden gehouden binnen drie weken na het verzoek, is de verzoeker bevoegd zelf een vergadering bijeen te roepen met inachtneming van de vereiste formaliteiten. 4. De oproeping tot de vergadering geschiedt, tenzij de voorzitter anders beslist, ten minste zeven dagen van tevoren, de dag van de oproeping en die van de vergadering niet meegerekend, per brief, fax of met behulp van datacommunicatie. 5. Bij de oproeping worden plaats, tijdstip en agenda van de vergadering vermeld. 6. Indien in een bestuursvergadering alle bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd zijn kunnen rechtsgeldige besluiten worden genomen over alle aan de orde komende onderwerpen. 7. De vergadering wordt geleid door de voorzitter; bij zijn afwezigheid wijst de vergadering zelf een voorzitter aan. 8. Van een vergadering worden door de secretaris of een ander daartoe door de voorzitter aangewezen persoon notulen gehouden, die in dezelfde vergadering dan wel in een volgende vergadering worden vastgesteld. 9. Toegang tot de vergaderingen van het bestuur hebben de in functie zijnde bestuursleden en degenen die daartoe door het bestuur zijn uitgenodigd.

BESLUITVORMING

ARTIKEL 7 1. Het bestuur kan in een vergadering alleen besluiten nemen indien de meerderheid van de bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd is. 2. Stemmen bij volmacht is niet toegestaan. 3. Is in een vergadering het voorgeschreven aantal bestuursleden niet aanwezig of vertegenwoordigd, dan kan in een volgende vergadering, welke tussen twee en vier weken na die eerste vergadering moet worden gehouden, omtrent de onderwerpen welke op de eerste vergadering op de agenda waren geplaatst in ieder geval een besluit worden genomen met ten minste twee/derde van de uitgebrachte stemmen, 4 ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde bestuursleden. Bij de oproeping tot de tweede vergadering moet worden vermeld dat en waarom een besluit kan worden genomen ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde bestuursleden. 4. Zolang in een vergadering alle bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen over alle aan de orde komende onderwerpen ook al zijn de door de statuten gegeven voorschriften voor het oproepen en houden van vergaderingen niet in acht genomen. 5. Het bestuur kan ook buiten vergadering besluiten nemen, mits alle bestuursleden in de gelegenheid zijn gesteld per brief, fax of met behulp van datacommunicatie hun mening te uiten. Van een aldus genomen besluit wordt door de secretaris een relaas opgemaakt, dat, na mede-ondertekening door de voorzitter, als notulen wordt bewaard. 6. Ieder bestuurslid heeft het recht tot het uitbrengen van één stem. Voor zover deze statuten geen grotere meerderheid voorschrijven worden bestuursbesluiten genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Onder volstrekte meerderheid wordt hier verstaan: meer dan de helft van het aantal uitgebrachte stemmen. 7. Over personen wordt schriftelijk, over zaken wordt mondeling gestemd, tenzij de voorzitter anders beslist. 8. Blanco en niet juist uitgebrachte stemmen tellen niet mee. Bij staking van stemmen wordt een tweede keer gestemd. Staken de stemmen wederom dan wordt het voorstel geacht te zijn verworpen. 9. In alle geschillen omtrent stemmingen beslist de voorzitter van de vergadering. 10. Geschorste bestuursleden nemen geen deel aan de besluitvorming. EINDE

 

BESTUURSLIDMAATSCHAP

ARTIKEL 8 1. Het bestuurslidmaatschap van een bestuurslid eindigt: a. door zijn overlijden of, indien het bestuurslid een rechtspersoon is, door haar ontbinding of indien zij ophoudt te bestaan; b. bij verlies van het vrije beheer over zijn vermogen; c. door zijn faillissement of zijn surséance van betaling of indien de schuldsaneringsregeling op hem van toepassing wordt; d. door zijn aftreden op eigen verzoek, door schriftelijk bedanken; e. door ontslag door het bestuur; f. door ontslag door de rechtbank. 2. Met het bestuurslidmaatschap zijn – als voormeld – onverenigbaar: a. een relatie als bedoeld in artikel 4 lid 3 onder a; b. een hoedanigheid als bedoeld in artikel 4 lid 3 onder b. Een bestuurslid ten aanzien van wie zich een sub a en/of b bedoelde onverenigbaarheid voordoet dient het bestuur daarvan onverwijld op de hoogte te stellen. Een zodanige onverenigbaarheid is een grond tot ontslag. Het bestuur informeert hieromtrent op de eerstvolgende vergadering en doet hierbij zo nodig het verzoek tot ontslag van het desbetreffende bestuurslid teneinde vorenbedoelde 5 onverenigbaarheid op te heffen.

 

BELANGENVERSTRENGELING

ARTIKEL 9 1. In alle gevallen waarin de stichting een tegenstrijdig belang heeft met een lid van het bestuur dient het desbetreffende bestuurslid dit te melden aan het bestuur. Het desbetreffende bestuurslid dient zich van de beraadslaging ter zake te onthouden. Dit bestuurslid komt bij besluitvorming ter zake van de desbetreffende aangelegenheid geen stemrecht toe en de aanwezigheid van dit bestuurslid telt niet mee ter bepaling of het vereiste quorum voor besluitvorming is behaald. 2. In alle gevallen waarin de stichting een tegenstrijdig belang heeft met een of meer leden van het bestuur kan de stichting slechts worden vertegenwoordigd door de overige bestuursleden, met dien verstande dat degenen ten aanzien van wie het tegenstrijdig belang met de stichting bestaat niet bevoegd zijn of gemachtigd kunnen worden namens de stichting de desbetreffende handelingen te verrichten. 3. Onder een verstrengeling van belangen wordt onder meer verstaan het verrichten van op geld waardeerbare rechtshandelingen tussen de stichting en: a. leden van het bestuur; b. personen die een nauwe familie- of vergelijkbare relatie hebben met de leden van het bestuur; c. rechtspersonen waarvan de hiervoor sub a en b genoemde personen bestuurslid, lid van het toezichthoudend orgaan of aandeelhouder zijn.

 

VERTEGENWOORDIGING

ARTIKEL 10 1. Het bestuur vertegenwoordigt de stichting. 2. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt mede toe aan twee gezamenlijk handelende bestuursleden. 3. Het bestuur kan volmacht verlenen aan één of meer bestuursleden, alsook aan derden, om de stichting binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen.

 

BOEKJAAR EN JAARSTUKKEN

ARTIKEL 11 1. Het bestuur is verplicht een actueel beleidsplan te hebben, dat inzicht geeft in: a. de manier waarop de stichting het werk uitvoert om haar doelstelling te verwezenlijken; b. de manier waarop de stichting gelden werft; c. het beheer van het vermogen van de stichting; d. de besteding van het vermogen van de stichting. Het beleidsplan kan een of meerdere kalenderjaren omvatten. 2. Het boekjaar van de stichting is gelijk aan het kalenderjaar. 3. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand en van de werkzaamheden van de stichting, op zodanige wijze een administratie te voeren, dat daaruit te allen tijde haar rechten en verplichtingen kunnen worden gekend. 4. Het bestuur is verplicht jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar de jaarrekening (balans, winst- en verliesrekening met toelichting) op te maken en vast te stellen. Goedkeuring daarna van de jaarrekening strekt de penningmeester tot 6 décharge voor de uit deze stukken blijkende handelingen. 5. Het bestuur kan een registeraccountant of een andere deskundige aanstellen om de jaarrekening te controleren. 6. Het bestuur is verplicht de in lid 3 van dit artikel bedoelde stukken, boeken, bescheiden en andere gegevensdragers alsmede de balans en staat van baten en lasten tenminste zeven jaren te bewaren.

 

REGLEMENT

ARTIKEL 12 Het bestuur is bevoegd tot vaststelling, wijziging en opheffing van reglementen, die geen bepalingen mogen bevatten die in strijd zijn met deze statuten of de wet.

 

STATUTENWIJZIGING

ARTIKEL 13 1. Het bestuur is bevoegd deze statuten te wijzigen. 2. Een besluit tot statutenwijziging moet met twee/derde van de uitgebrachte stemmen worden genomen in een vergadering waarin ten minste twee/derde van de bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd zijn. Is niet twee/derde van de bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd, dan wordt daarna binnen vier weken, doch niet eerder dan na één week, een tweede vergadering bijeengeroepen, waarin over het voorstel wordt besloten met twee/derde van de uitgebrachte stemmen, ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde bestuursleden. 3. Bij de oproeping tot de vergadering waarin een statutenwijziging zal worden voorgesteld, dient een afschrift van het voorstel, bevattende de woordelijke tekst van de voorgestelde wijziging, te worden gevoegd. 4. De wijziging moet op straffe van nietigheid bij notariële akte tot stand komen. Tot het doen verlijden van de akte is ieder bestuurslid of een ander bij het bestuursbesluit door het bestuur daartoe gemachtigd persoon bevoegd, onder overlegging van (een uittreksel uit) de notulen van de vergadering. JURIDISCHE

 

FUSIE OF SPLITSING

ARTIKEL 14 Het in lid 2 van het vorige artikel bepaalde is van overeenkomstige toepassing op een besluit tot juridische fusie of –splitsing, zulks onverminderd de overigens daaraan in de wet gestelde eisen.

 

ONTBINDING EN VEREFFENING

ARTIKEL 15 1. Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden. Op het daartoe te nemen besluit is het bepaalde in artikel 13 lid 2 van toepassing. 2. De stichting blijft na haar ontbinding voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is. In stukken en aankondigingen die van de stichting uitgaan, moet aan haar naam worden toegevoegd: in liquidatie. 3. Na ontbinding geschiedt de vereffening door het bestuur, tenzij bij het besluit tot ontbinding anderen tot vereffenaar(s) zijn aangewezen. 4. Het besluit tot ontbinding van de stichting moet inhouden de bestemming van een eventueel batig saldo, met dien verstande dat een batig saldo moet worden besteed aan een algemeen nut beogende instelling. 7 5. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten zoveel mogelijk van kracht. 6. Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de ontbonden stichting gedurende de bij de wet voorgeschreven termijn onder berusting van de door de vereffenaar(s) aangewezen bewaarder.

 

HANDELSREGISTER

ARTIKEL 16 Het bestuur zorgt voor inschrijving van de stichting, van de bestuursleden en van anderen dan bestuursleden die de stichting kunnen vertegenwoordigen, in het handelsregister. SLOTBEPALINGEN ARTIKEL 17 1. In alle gevallen, waarin zowel de wet als deze statuten niet voorzien, beslist het bestuur. 2. Het eerste boekjaar van de stichting eindigt op een en dertig december tweeduizend twee en twintig (31-12-2022).

 

EERSTE BESTUURSLEDEN

Ten slotte verklaarden de comparanten dat bij deze oprichting: a. het bestuur bestaat uit vier (4) bestuursleden; b. voor de eerste maal tot bestuursleden van de stichting worden benoemd: 1. mevrouw Mariska Margaretha Quirina Blom, de comparante sub 1 genoemd, voorzitter; 2. de heer Niels Olivier Oudsen, de comparant sub 2 genoemd, penningmeester; 3. mevrouw Margriet Rotteveel, de comparante sub 3 genoemd, secretaris. SLOT Deze akte is verleden te Leiden op de datum als in het hoofd van deze akte is vermeld. De comparanten zijn mij, notaris, bekend. De identiteit van de bij deze akte betrokken comparanten/partijen is door mij, notaris, aan de hand van het/de hiervoor gemelde en daartoe bestemde documenten vastgesteld. Na zakelijke opgave van de inhoud van deze akte aan de comparanten en een toelichting daarop hebben zij eenparig verklaard tijdig voor het verlijden van de inhoud van deze akte te hebben kennis genomen, daarmee in te stemmen, te zijn gewezen op de gevolgen, die voor partijen uit deze akte voortvloeien en op volledige voorlezing daarvan geen prijs te stellen. Vervolgens is deze akte onmiddellijk na beperkte voorlezing achtereenvolgens door de comparanten en mij, notaris, ondertekend, om achttien uur en drie en twintig minuten.